Overleg over Uw echtscheiding? Bel direct 070 221 0514

Scheiden en Juridische Gevolgen

Een echtscheiding is voor alle betrokkenen een zeer ingrijpende gebeurtenis, zowel emotioneel als financieel. In deze moeilijke tijd moeten veel verschillende zaken worden geregeld. Onze in scheiden gespecialiseerde advocaten staan u bij en geven u deskundig advies en begeleiding om de afwikkeling van de echtscheiding goed te regelen.

» Lees meer


De rechtbank spreekt de echtscheiding tussen partijen uit op het verzoek van een van de echtgenoten of op gezamenlijk verzoek van de echtgenoten. De kern van de reden tot echtscheiding is, juridisch gezien, de duurzame ontwrichting van het huwelijk.
Voor de rechter is het niet relevant hoe lang het huwelijk heeft geduurd of wie van de echtgenoten wel of niet wil scheiden. Het is voor de rechter voldoende wanneer een van beide echtgenoten stelt dat sprake is van duurzame ontwrichting van het huwelijk en partijen ook al enige tijd niet meer samenleven.
Kort gezegd houdt dit in dat de rechter vrij snel aanneemt dat het huwelijk duurzaam is ontwricht, waardoor de weg voor de rechter vrij is om de echtscheiding uit te spreken. De uitspraak van de rechter (beschikking genoemd) maakt de echtscheiding nog niet definitief; dat is pas het geval als de echtscheidingsbeschikking van de rechtbank is ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand.

» Verberg

Een echtscheiding verschilt op diverse wijzen van een ontbinding van geregistreerd partnerschap, maar is ook verschillend van een beëindiging van een niet geregistreerde relatie. Voor meer informatie over deze onderwerpen zie de voorgaande links.

Verzoek tot echtscheiding: eenzijdig of bij gemeenschappelijk verzoek

Een verzoek tot echtscheiding kan worden gedaan namens een van de echtgenoten. Dit wordt ook wel een eenzijdig echtscheidingsverzoek genoemd.
Een dergelijk verzoek wordt over het algemeen door een van beide echtgenoten ingediend als de echtgenoten er niet in zijn geslaagd om overeenstemming te bereiken over de gevolgen van de echtscheiding.
Een beslissing van de rechter is dan nodig, omdat een aantal zaken nu eenmaal wel geregeld moeten worden, of partijen daar nu overeenstemming over kunnen bereiken of niet. Het is overigens nog best mogelijk dat beide echtgenoten tijdens de procedure alsnog afspraken maken over de gevolgen van de echtscheiding.

» Lees meer


Wanneer de echtgenoten het wél van tevoren (dus voor de procedure) eens zijn over de gevolgen van de echtscheiding dan moeten zij, met behulp van een advocaat, een gezamenlijk verzoek tot echtscheiding indienen.
In dat gezamenlijk verzoek vragen zij de rechter de gemaakte afspraken vast te leggen in de uitspraak (de echtscheidingsbeschikking). Over het algemeen komen deze afspraken tot stand met behulp van twee advocaten of een scheidingsmediator. Die afspraken worden vastgelegd in een overeenkomst, het echtscheidingsconvenant.

In zo’n echtscheidingsconvenant kunnen veel verschillende onderwerpen worden geregeld, bijvoorbeeld afspraken over de kinderen, de hoogte van de partneralimentatie, de verdeling van de huwelijksgemeenschap of de afwikkeling van de huwelijksvoorwaarden. VIER advocaten beschikt over deskundige advocaten die voor één partij op kunnen te treden of als scheidingsmediator voor beide partijen.

» Verberg

Verplichte vertegenwoordiging advocaat

Voor het aanvragen van de echtscheiding bij de rechtbank bent u verplicht een advocaat of een echtscheidingsmediator (die ook advocaat is) in te schakelen. Dat geldt als u de verzoekende partij bent, maar ook als u de partij bent die zich verweert tegen een door de andere partij ingediend verzoek.

Een echtscheiding is voor alle betrokkenen een zeer ingrijpende gebeurtenis, zowel emotioneel als financieel. In deze moeilijke tijd moeten veel verschillende zaken worden geregeld. VIER advocaten staat u bij en geeft u deskundig advies en begeleiding om de afwikkeling van de echtscheiding goed te regelen.

Kinderen en echtscheiding

Doordat de ouders getrouwd zijn hebben zij het ouderlijk gezag over hun gezamenlijke kinderen. Na de echtscheiding houden beide ouders het gezag over hun minderjarige kind(eren). In sommige gevallen kan de rechtbank het ouderlijk gezag aan één ouder, in plaats van aan beide ouders, toedelen.

Ouderschapsplan en omgangsregeling kinderen

De scheidende ouders van minderjarige kinderen zijn wettelijk verplicht om afspraken over hun kinderen te maken en dit vast te leggen in een overeenkomst. Deze overeenkomst wordt een ouderschapsplan genoemd.
In zo’n ouderschapsplan worden bijvoorbeeld afspraken vastgelegd over de verdeling van zorg- en opvoedingstaken, de kinderalimentatie, de omgangsregeling en andere belangrijke punten over de (minderjarige) kinderen.
Ook moet in dit ouderschapsplan worden vastgelegd bij welke ouder de kinderen in de toekomst zullen gaan wonen.
De kinderen hebben volgens de wet ook recht op omgang met de ouder bij wie zij niet wonen. De ouders kunnen deze omgang naar eigen inzicht invullen en de afspraken daarover vastleggen in het ouderschapsplan.

» Lees meer


Het is wettelijk voorgeschreven dat de ouders de kinderen, op een voor hun passende wijze, betrekken bij het opstellen van het ouderschapsplan. Als de ouders het niet eens worden over de regeling voor de kinderen zal de rechtbank hier een beslissing over nemen. Het belang van de kinderen, en dus niet dat van een van beide ouders, staat daarbij voor de rechter altijd voorop.

Het kan zijn dat de afspraken in het ouderschapsplan rondom de omgangsregeling tussen ouders en kinderen, na scheiding niet worden nageleefd. Dit kan leiden tot groot verdriet van betrokken kinderen en (één van) de ouders. Er zijn mogelijkheden om het contact weer te herstellen, lees meer over Zorg en Contactregeling en wat VIER Advocaten hierin voor U kan betekenen.

» Verberg

Kinderalimentatie

Beide ouders zijn volgens de wet verplicht om naar verhouding van hun financiële draagkracht bij te dragen in de kosten van verzorging en opvoeding van hun kind(eren). Deze bijdrage wordt ook wel kinderalimentatie genoemd.

» Lees meer


De hoogte van de kinderbijdrage is afhankelijk van het netto-inkomen dat de echtgenoten in de laatste periode van hun huwelijk maandelijks te besteden hadden en van de draagkracht van de ouders ná de echtscheiding.
Voor de vaststelling van de kinderalimentatie hanteert de rechter speciaal daarvoor ontwikkelde normen, ook wel de ‘Tremanormen’ genoemd. Daarnaast wordt gebruik gemaakt van tabellen die door het NIBUD zijn opgesteld. De kinderalimentatie wordt jaarlijks met een wettelijk indexeringspercentage verhoogd. De verplichting tot het betalen van kinderalimentatie duurt, in principe, totdat het kind de leeftijd van 21 jaar heeft bereikt. De hoogte van de alimentatie kan worden aangepast als sprake is van gewijzigde omstandigheden.

De berekening van de kinderalimentatie is maatwerk. VIER advocaten kan u bijstaan in het berekenen van de kinderalimentatie, zodat u weet waar u aan toe bent. Neem gerust contact op voor het maken van een afspraak. Meer informatie over kinderalimentatie vindt u hier.

» Verberg

Partneralimentatie

Niet alleen voor kinderen kan beslist worden dat er alimentatie betaald moet worden, maar ook voor een van de ex-partners. Alimentatie voor een van beide ex-echtgenoten wordt partneralimentatie genoemd.

» Lees meer


De rechter kan deze partneralimentatie vaststellen als één van de ex-echtgenoten daaraan behoefte heeft en daarvoor een verzoek heeft ingediend. De partneralimentatie wordt volgens de wet vastgesteld en wordt gebaseerd op twee begrippen: behoefte en draagkracht.

De behoefte wordt bepaald door de mate van welstand van het gezin tijdens het huwelijk, waarbij onder meer het inkomen, het uitgavenpatroon en het spaargedrag van de partijen relevant zijn. Nadat de behoefte is bepaald, wordt bekeken of de andere echtgenoot voldoende draagkracht heeft om (al dan niet gedeeltelijk) in die behoefte te voorzien. De draagkracht is dus het vermogen van een partij om de behoefte van de andere partij te kunnen voorzien. Meer informatie over partneralimentatie vindt u hier.

» Verberg

Huwelijksvermogensrecht

Als echtgenoten voor of tijdens hun huwelijk geen huwelijksvoorwaarden hebben laten opstellen, zijn zij in gemeenschap van goederen gehuwd. In dat geval zijn alle goederen en schulden van de echtgenoten gemeenschappelijk, ongeacht of deze voor of tijdens het huwelijk zijn verworven of aangegaan. In geval van echtscheiding zal de gemeenschap van goederen 50/50 worden verdeeld.

Soms doet zich een uitvoering voor, waardoor bepaalde goederen en/of schulden niet in die gemeenschap van goederen vallen. Dit is bijvoorbeeld het geval bij ‘verknochte goederen en schulden’, waarbij geldt dat die goederen alleen in de gemeenschap vallen voor zover de verknochtheid zich hier niet tegen verzet. In gewoon Nederlands betekent dit dat die goederen of schulden zodanig verbonden zijn met een van beide echtgenoten, dat dit goed of die schuld als het ware blijft ‘kleven’ aan die echtgenoot.
Ook goederen waarvan bij testament, of bij gift is bepaald, dat zij buiten de gemeenschap vallen, vallen niet in de gemeenschap van goederen.

Huwelijkse voorwaarden of gehuwd in gemeenschap van goederen?

Als partijen door de notaris (voor of tijdens het huwelijk) huwelijkse voorwaarden hebben laten opstellen, moeten de echtgenoten die afspraken nakomen.

Vaak is in de huwelijke voorwaarden een zogenaamd ‘Amsterdams verrekenbeding’ opgenomen. In zo’n beding is vastgelegd dat de echtgenoten ieder jaar elkaars overgespaard inkomen – dat is, kort gezegd, het inkomen van beide partijen in een jaar min alle kosten van de huishouding – door de helft moeten delen. In de praktijk voeren echtgenoten dit beding vaak niet uit.
Dat heeft tot (onbedoeld) gevolg dat al het vermogen dat aan het einde van het huwelijk aanwezig is wordt verrekend, wat erop neer komt dat ieder de helft van de waarde van het vermogen krijgt en dat is een onbedoeld gevolg van het niet nakomen van deze afspraak.

» Lees meer


Het is mogelijk dit te voorkomen. In een procedure mag namelijk zogenaamd ‘tegenbewijs’ worden ingediend tegen deze wijze van verdeling. Dat betekent dat een partij zijn of haar best mag doen om de rechter ervan te overtuigen dat de 50/50-verdeling in dat specifieke geval niet redelijk is. Als een echtgenoot bijvoorbeeld kan aantonen dat hij of zij vóór het huwelijk reeds beschikte over een bepaald vermogen, of dat hij of zij tijdens het huwelijk een erfenis of schenking heeft ontvangen, dan blijft dat vermogen buiten de verrekening. Een voorwaarde is dan wel dat dit vermogen aan het einde van het huwelijk nog steeds (aantoonbaar) aanwezig is of dat dit vermogen (aantoonbaar) is geïnvesteerd in ander vermogen.

» Verberg

Pensioenverevening bij echtscheiding

Bij een echtscheiding kan er recht bestaan op verdeling van het pensioen, dit wordt ook wel ‘pensioenverevening’ genoemd. Dit houdt in dat iedere echtgenoot recht heeft op verevening van opgebouwde pensioenaanspraken tijdens het huwelijk in de zin van de Wet Verevening pensioenrechten bij scheiding. Dit is alleen anders als partijen dit hebben uitgesloten in huwelijkse voorwaarden of in een echtscheidingsconvenant.

» Lees meer


In een echtscheidingsconvenant kunnen afwijkende afspraken over het pensioen worden gemaakt. Dat geldt voor het partnerpensioen (dat is het zogenaamde ‘nabestaandenpensioen’) dat eventueel voor de andere echtgenoot is opgebouwd.

In sommige gevallen kan ook worden bepaald dat pensioenaanspraken die (in eigen beheer) in een eigen onderneming van één van de echtgenoten zijn opgebouwd naar een aparte bankrekening moeten worden overgemaakt ten behoeve van de andere (ex-)echtgenoot. Hiermee kan worden voorkomen dat pensioenaanspraken van de andere echtgenoot, bijvoorbeeld in geval van wanbeheer van de ondernemer, of van een faillissement van de onderneming, in rook opgaan.

» Verberg


Indien u een zaak of vraag heeft, neem contact met ons op via telefoonnummer: 070 221 0514.